Algemene informatie

De bonte marter is een marterachtige. “Marterachtige” is weer de naam voor iedere soort zoogdier die hoort bij de familie van de marterachtigen. Bij Dierenpark Zie-ZOO leeft er naast de bonte marter nog een soort marterachtige, namelijk de Siberische wezel (Mustela sibirica). De naam “bonte marter” verwijst naar de bontgekleurde vacht van deze diersoort. Zijn vacht is een kleurencombinatie van zwart, bruin, wit en goudgeel. Met die vier kleuren samen is de bonte marter recordhouder “kleurrijkste marterachtige ter wereld”. Alle andere soorten marterachtigen hebben namelijk drie in plaats van vier verschillende soorten kleuren in hun vacht, of zelfs minder dan drie kleuren.

De bonte marter komt voor in Azië. Van Afghanistan in het westen tot in China in het oosten. En van Rusland in het noorden tot in Indonesië in het zuiden. (Rusland ligt voor een deel in Azië en voor een deel in Europa.) In dat grote verspreidingsgebied leeft de bonte marter in regenwouden, loofbossen, naaldbossen en berggebieden. Hij leeft ook in naaldbossen en berggebieden waar het sneeuwt en er ijs ligt. De bonte marter kan dus leven in warme en koude temperaturen. De bonte marter eet planten en dieren en is dus een alleseter. Naast fruit, nectar en vogeleieren eet prooidieren die in grootte variëren van insecten t/m jonge wapiti’s (een soort herten).

Ook eet hij aas, ook van dieren die te groot zijn om door hem te worden bejaagd. Aas zijn dieren die al zijn gestorven aan bijvoorbeeld ziekten, stormen of doordat ze zijn gedood door een ander dier. Een dier dat (ook) aas eet heet een aaseter. Het komt voor dat bonte marters andere en grotere roofdieren (zelfs tijgers!) volgen, kijken hoe die roofdieren eten van hun gedode prooi, wachten totdat die roofdieren bij hun prooi zijn weggegaan, en vervolgens zelf van die prooi gaan eten. Bonte marters volgen andere roofdieren uiteraard op een veilige afstand en uit het zicht. Omdat die andere roofdieren niet willen dat aaseters van hun prooien eten. De grootste prooien van de bonte marter zijn jongen van de volgende diersoorten, in volgorde van klein naar groot: ree (Capreolus capreolus), Siberisch muskushert (Moschus moschiferus), wild zwijn (Sus scrofa), axishert (Axis axis) en wapiti (Cervus canadensis).

Voor een marter zijn de jongen van deze diersoorten te groot om daar in zijn eentje op te jagen. Daarom bejaagd hij deze prooien alleen samen met één of twee andere marters. Dat betekent dus dat alleen-levende marters deze prooien nooit bejagen. De volwassen exemplaren van deze diersoorten zijn ook voor groepjes bonte marters te groot om door hen te worden bejaagd. Wetenschappers hebben meerdere keren in de winter gezien hoe groepjes marters jonge muskusherten het dikke ijs op joegen. Jonge muskusherten kunnen met hun hoefjes niet goed over ijs lopen en rennen. En glijden daarom op het ijs uit. Marters hebben met hun dicht behaarde handjes en voetjes wel goede grip op ijs en kunnen daarom wel over ijs lopen en rennen. Zij kunnen dus met gemak op een op het ijs uitgegleden muskushertenkalf duiken, hem/haar doden en vervolgens opeten.

Bonte marter

Yellow-throated marten
Martes flavigula

Waaraan dankt deze diersoort zijn naam?

Adopteer een eigen Bonte marter!

Wil je één of beide bonte marters adopteren?
DAN IS DIT JE KANS.

Adopteren

Wist je dat?

  • Bonte marters uitstekend kunnen klimmen?
  • Bonte marters en andere marterachtigen verwant zijn aan katachtigen?
  • Bonte marters in zoveel verschillende leefomgevingen kunnen overleven door hun veelzijdige dieet?