Kea
Kea
Nestor notabilis

Een soort papegaai.
De kea is een soort papegaai die in het wild in het land Nieuw-Zeeland leeft. De vogel is circa 46 cm lang en weegt ongeveer 825 gram. De staart is 15 tot 20 cm lang. Hij heeft een zeer spitse, gekromde bovensnavel. Het verenkleed van beide geslachten is gelijk: bruin-groen met feloranje ondervleugels. De kea is op het eerste gezicht donkergroen, maar als hij opvliegt wordt het knaloranje onder de vleugels zichtbaar. De kea behoort tot de groep papegaaiachtigen die hoofdzakelijk van nectar en stuifmeel leven, maar ook vruchten, insecten en verse twijgen worden weleens gegeten. De vogels blijken ook wel eens een schaap aan te vallen. Ze klampen zich vast op de rug en plukken eerst de wol. Vervolgens scheuren ze de huid open en eten van het vet en vlees. Gaandeweg de 19de eeuw werden kea’s door schapenhouders daarom als schadelijke vogels gezien en daarom begonnen zij de kea’s massaal te vervolgen. Vanwege het grote aantal dode schapen had de kea in die tijd de bijnaam “de gevederde wolf”. Het aantal wilde kea’s nam door de massale vervolging die in de 19de eeuw begon zodanig sterk af, dat de kea met uitsterven bedreigd werd. Daarom verklaarde de Nieuw-Zeelandse regering de kea in 1971 gedeeltelijk beschermd, en in 1986 helemaal beschermd. Sindsdien is alle jacht op, vervolging en verstoring van kea’s in Nieuw-Zeeland helemaal verboden. In de jaren ’60 van de 20ste eeuw begon de wintersport zich in het middelgebergte van Nieuw-Zeeland te ontwikkelen en, anders dan veel andere diersoorten, profiteerden de kea’s daarvan. Ze zijn nu overal te vinden waar mensen op wintersport zijn. Ze leven van de etensresten die de mensen achterlaten of ze houden zich op horecaterrassen en parkeerplaatsen op om het beschikbare voedsel weg te kapen. Kea’s staan erom bekend dat ze door hun grote nieuwsgierigheid op onbewaakte plekken rubberen dichtingen van auto’s lostrekken.