Algemene informatie

De mandarijneend is een soort eend. Bij het horen van de naam mandarijneenden denken velen dat ze zijn vernoemd naar de mandarijn, die kleine oranje sinaasappel. In feite zijn mandarijneenden vernoemd naar overheidsambtenaren in het oude China, toen China geregeerd werd door keizers (China had een keizer tot in het jaar 1912). Deze ambtenaren heetten mandarijnen. De mandarijneend is naar deze mensen vernoemd omdat het mannetje van de mandarijneend op iedere vleugel een grote en lange, feloranje veer in de vorm van een bootzeil heeft zitten. Deze zeilvormige vleugelveren doen denken aan de lange, zeilvormige mouwen van de zijden gewaden die de mandarijnen in het keizerlijke China droegen. Om het compleet te maken: ook die kleine sinaasappel en de officiële taal van China, het Mandarijn, zijn naar de keizerlijke overheidsambtenaren vernoemd.

De mandarijneend is als eendensoort een vogel uit de familie van de eendachtigen. Behalve alle eendensoorten horen bij de eendachtigen ook alle soorten ganzen en alle soorten zwanen. Bij veel eendensoorten is het zo dat het mannetje en het vrouwtje er ieder qua uiterlijk verschillend zijn doordat ze ieder andere kleuren veren hebben. De mandarijneend is één van die soorten. Zoals gezegd heeft de mannelijke mandarijneend op iedere vleugel een zeilvormige, feloranje veer. De vrouwelijke mandarijneend heeft zulke veren niet. Naast de feloranje vleugelveren heeft het mannetje nog vele andere opvallend gekleurde veren op zijn lichaam. Het vrouwtje daarentegen heeft alleen grijze, bruine, witte en groenblauwe veren. Zowel het mannetje als het vrouwtje hebben op hun hoofd een kuif van veren, die ze omhoog kunnen zetten of plat tegen hun hoofd kunnen houden. De mandarijneend is in vergelijking met veel andere soorten eenden vrij klein.

De mandarijneend leeft in het wild in Oost-Azië, van China in het westen tot in Japan in het oosten, en van Oost-Rusland in het noorden tot in Taiwan in het zuiden. De mandarijneend is vanwege de kleuren van zowel het mannetje als het vrouwtje populair om te houden als sierwatervogel bij mensen thuis. Door ontsnappingen en vrijlatingen in het wild komt de mandarijneend nu ook in het wild in Europa voor. In Nederland en veel andere landen is wilde dieren zomaar in het wild loslaten wettelijk verboden, maar helaas werd en wordt dat verbod vaak overtreden. In zowel Azië als Europa komt de mandarijneend voor in moerassen, rivieren, meren en vijvers.

De mandarijneend is een alleseter. Een alleseter is een dier die zowel andere dieren als planten eet. De mandarijneend eet zaden, noten, waterplanten, regenwormen, insecten, slakken, kleine visjes en kleine kikkertjes. In zijn hele verspreidingsgebied leeft de mandarijneend in watergebieden met bomen, omdat deze eend in bomen broedt. Omdat mandarijneenden door hun geringe grootte en gewicht in bomen kunnen zitten, kunnen zij nestelplekken gebruiken die door andere eendensoorten in hun verspreidingsgebied niet kunnen worden gebruikt. Die nestelplekken zijn verlaten spechtenholen. Een vrouwelijke mandarijneend legt in een verlaten spechtenhol haar eieren en broedt die daar vervolgens in uit. Kort nadat de eieren zijn uitgekomen, vliegt de moeder vanuit het hol naar de grond en gaat onderaan de boom staan. Jonge mandarijneenden die net uit hun eieren zijn gekomen, kunnen al zien en lopen, maar nog niet vliegen. De beneden wachtende moeder kwaakt een aantal keer tegen haar jongen, en wil daarmee zeggen: “Ik ben beneden, kom maar naar beneden.” Omdat ze nog niet kunnen vliegen, springen de jongen het hol uit om bij hun moeder te komen. De jongen landen na hun sprongen op de zachte bosbodem en lopen dan achter hun moeder aan naar het dichtstbijzijnde water.

Mandarijneend

Mandarin duck
Aix galericulata

Waar is deze diersoort naar vernoemd?

Adopteer een eigen Mandarijneend!

Wil je één of beide mandarijneenden adopteren?
DAN IS DIT JE KANS.

Adopteren

Wist je dat?

  • De mandarijneend zowel overdag als in het donker goed kan zien
  • Bij de mandarijneend alleen het vrouwtje de eieren uitbroedt en de jongen verzorgt
  • Dat het mannetje, ondanks het eerder genoemde, wel het vrouwtje en de eieren bewaakt en verdedigd tegen roofdieren zolang de eieren nog niet zijn uitgekomen