Zwarthalszwaan
Black-necked swan
Cygnus melancoryphus
Wat heeft deze vogelsoort bij zijn snavel zitten?
De zwarthalszwaan is een van de acht soorten zwanen in de wereld. Een voorbeeld van een andere zwanensoort is de knobbelzwaan (Cygnus olor). De naam “zwarthalszwaan” verwijst naar de zwarte hals. Verder heeft hij een zwarte kop, met aan beide ogen ieder een witte streep. Zijn romp, vleugels en bovenpoten zijn wit. De onderpoten zijn met grijze schubben bedekt. Zijn snavel is blauwgrijs. Op zijn kop heeft hij een stuk roodkleurige washuid zitten, dat gedeeltelijk uit een knobbel bestaat. Bij de zwarthalszwaan zien de man en de vrouw er bijna hetzelfde uit. Het enige uiterlijke verschil tussen hen is dat de vrouw een beetje kleiner is dan de man. Dat verschil is echter alleen zichtbaar als men ze samen ziet. In het wild leeft de zwarthalszwaan in het zuiden van Zuid-Amerika. Daar leeft hij op het vasteland en op de Falklandeilanden. In beide gebieden leeft hij in meren.
Hij komt in alle delen van zijn verspreidingsgebied niet het hele jaar door voor. Omdat hij in één deel van zijn verspreidingsgebied de zomertijd doorbrengt voor voortplanting. En vlak na het einde van de zomertijd naar een ander deel van zijn verspreidingsgebied trekt. Om vervolgens daar in de wintertijd te overwinteren. Hij brengt de zomertijd door in Chili, Argentinië, Uruguay en de Falklandeilanden. Omdat Zuidelijk Zuid-Amerika anders dan Noordelijk Zuid-Amerika een koud i.p.v. tropisch klimaat heeft, is het in Zuidelijk Zuid-Amerika ‘s winters heel koud. En daarom is er daar ‘s winters veel minder voedsel. Anders dan trekvogelsoorten die in Europa broeden, trekken zwarthalszwanen daarom niet naar het zuiden, maar naar het noorden voor overwintering. Als ze voor overwintering zuidwaarts zouden trekken, dan zouden ze in het koudere Antarctica terechtkomen. Waar er heel het jaar voor zwarthalszwanen geen voedsel is. Zwarthalszwanen trekken noordwaarts voor overwintering in Paraguay, Bolivia en Zuid-Brazilië.
De broedgebieden en overwinteringsgebieden van de zwarthalszwaan liggen ten zuiden van de evenaar. Ten zuiden van de evenaar (waaronder het verspreidingsgebied van de zwarthalszwaan) lopen de seizoenen in andere tijden van het jaar dan ten noorden van de evenaar (waaronder Europa). Anders gezegd: als het van 21 maart t/m 20 september ten noorden van de evenaar zomertijd is, dan is het in diezelfde periode ten zuiden van de evenaar wintertijd. En als het van 21 september t/m 20 maart ten noorden van de evenaar wintertijd is, dan is het in diezelfde periode ten zuiden van de evenaar zomertijd. Het gevolg is dat de voortplantingstijd, de trek naar de overwinteringsgebieden, de overwinteringstijd en de trek naar de broedgebieden van de zwarthalszwaan precies andersom verlopen dan bij trekvogels die in Europa broeden.
Black-necked swan
Cygnus melancoryphus
Wat heeft deze vogelsoort bij zijn snavel zitten?