Algemene informatie

De Mexicaanse roodknievogelspin is zoals de naam al zegt een soort spin. Omdat “Mexicaanse roodknievogelspin” een lange naam is, gebruiken veel mensen drie kortere, informele namen voor deze soort. Deze drie kortere namen zijn “Mexicaanse roodknie”, “roodknievogelspin” en “roodknie”. De naam “roodknie” kan echter ook verwijzen naar nog twee andere diersoorten. Die twee diersoorten zijn de roodkniedikpootspringspin (Sibianor larae) en naar de roodknieplevier (Erythrogonys cinctus; dat is een soort vogel). Welk dier men in een mondelinge/schriftelijke zin bedoeld met “roodknie” hangt af van de context waarin men die naam gebruikt. In deze tekst verwijst “roodknie” alleen naar de Mexicaanse roodknievogelspin. Er zijn naast de roodknie nog een aantal andere spinnensoorten die vogelspinnen heten.

De naam “vogelspin” verwijst naar een niet-kloppende gedachte die mensen vroeger over enkele vogelspinnensoorten hadden. Vroeger dachten mensen dat enkele vogelspinnensoorten op zangvogels joegen om die zangvogels op te eten. In de tweede helft van de 20ste eeuw hebben onderzoekers bewezen dat geen enkele vogelspinnensoort dat doet. Zoals de naam al zegt komt de Mexicaanse roodknievogelspin voor in Mexico. In Mexico komt hij voor in het westen van het land. Daar leeft hij in halfwoestijnen. Bij de roodknie zien de vrouw en de man er allebei iets anders uit. En dan op een voor veel diersoorten ongebruikelijke manier. De vrouw heeft namelijk een groter lichaam en kortere poten dan de man. En de man heeft een kleiner lichaam en langere poten dan de vrouw.

Als schuilplaats gebruikt de roodknie een hol dat diep onder de grond zit. Dat diepe ondergrondse hol bestaat uit één of twee kamers. Die kamer/kamers is/zijn verbonden met de oppervlakte van de grond door middel van een lange, smalle tunnel. De ingang van de tunnel zit in de grond aan de oppervlakte. Die ingang is slechts een klein beetje groter dan de lichaamsgrootte van de roodknie. In het ondergrondse hol zit de roodknie veilig en buiten het bereik van roofdieren die op de roodknie jagen. Zoals de witsnuitneusbeer (Nasua narica). En de lange tunnel naar het ondergrondse hol is zodanig smal dat de roodknie er wel in en doorheen past. Maar haar roofvijanden niet. De roodknie gebruikt haar ondergrondse hol voor twee dingen. Het eerste ding is vervellen. Het tweede ding is eieren leggen.

Mexicaanse roodknie-vogelspin

Mexican redknee tarantula
Brachypelma smithi

Een vrij grote soort spin.

Adopteer een eigen Mexicaanse roodknie-vogelspin!

Wil je een Mexicaanse roodknievogelspin adopteren?
DAN IS DIT JE KANS.

Adopteren

Wist je dat?

  • De roodknie voor de wetenschap werd ontdekt en voor het eerst beschreven in het jaar 1897?
  • Vrouwelijke roodknieën zowel in dierentuinen als in het wild 30 jaar oud kunnen worden?
  • Mannelijke roodknieën zowel in dierentuinen als in het wild slechts 2 jaar oud kunnen worden?