Lachvogel
Laughing Kookaburra
Dacelo novaeguineae

Lachvogel.... waarom zou die zo heten...
De lachvogel, ook wel kookaburra (uitspraak: koe-ka-bur-ra) en gewone kookaburra genoemd, laat stipt bij zonsopgang en ondergang zijn luid en haast menselijk klinkend gelach horen . Deze territoriumzang wordt met zo een regelmaat gezongen dat de vogel in zijn streek bekend staat als de ‘’Bosjesmanklok’’. Van deze territoriumzang is ook de naam “kookaburra” afgeleid. “Kookaburra” is overgenomen uit het Engels. En “kookaburra” is in het Engels weer een verbastering van de naam “gugubarra”, de naam voor dit dier in de Aboriginal-taal Wiradjuri (uitspraak: wie-ra-djoe-rie). De naam “gewone kookaburra” slaat op het feit dat er naast deze kookaburra-soort nog drie andere soorten kookaburra’s bestaan. En de naam “gewone kookaburra” werd verzonnen omdat van allevier de soorten kookaburra’s de lachvogel/gewone kookaburra als eerste kookaburra-soort door de wetenschap werd ontdekt. De lachvogel grijpt zijn prooi in een duikvlucht. Bij de Australiërs zijn ze bijzonder geliefd vanwege hun voorliefde voor gifslangen. Ze zijn evenwel ook bekend als struikrover op kampeerterreinen waar ze behendig de worst van de grill kunnen stelen. Lachvogelparen blijven levenslang samen en vormen met hun jongen, tot deze een leeftijd van vijf jaar bereikt hebben, een hechte gemeenschap. Vooral ’s nachts zitten ze dicht bij elkaar.