Nevelpanter
Clouded leopard
Neofelis nebulosa
Een kat uit de boom kijken...
De nevelpanter is een zoogdier dat hoort bij een groep diersoorten met de naam “katachtigen”. Bij de katachtigen horen onder andere ook de panter (Panthera pardus), ook wel luipaard genoemd, en de huiskat (Felis lybica catus). De nevelpanter dankt zijn naam aan zijn prachtige, op wolken of nevel lijkende vlekken op zijn vacht. En aan het feit dat hij veel op de panter lijkt. Hij heeft in verhouding tot zijn kop erg lange hoektanden, en hij heeft van alle katachtigen de langste hoektanden. De nevelpanter klimt erg goed en jaagt veel in bomen op vogels en kleine zoogdieren. Om tijdens het klimmen en het bewegen in boomtoppen zijn evenwicht te bewaren gebruikt hij zijn lange staart als evenwichtsstok. Zijn stevige lichaamsbouw, korte flexibele poten, grote handen, grote voeten en scherpe klauwen helpen ook bij het bomenklimmen.
De nevelpanter heeft een lengte van 80-110 cm, een schouderhoogte van 40-50 cm en een gewicht van 12-23 kg. Hoewel de nevelpanter een grote kattensoort is, heeft hij een lichamelijke eigenschap die alle andere grote kattensoorten niet hebben. En alle kleine kattensoorten wel. Die lichamelijke eigenschap is een tongbeen dat helemaal uit bot bestaat. Alle andere grote kattensoorten hebben een tongbeen dat voor een deel uit bot bestaat. De nevelpanter kan met zijn tongbeen dat helemaal uit bot bestaat niet brullen, wat andere grote kattensoorten wel kunnen. Wat de nevelpanter met zijn tongbeen dat helemaal uit bot bestaat wel kan, is bij het inademen en uitademen spinnen. Net als kleine kattensoorten dat kunnen. Alle andere grote kattensoorten kunnen met hun tongbeen dat voor een deel uit bot bestaat niet spinnen.
De nevelpanter leeft in regenwouden in Zuidoost-Azië. De nevelpanter is een met uitsterven bedreigde soort. Dat komt doordat het aantal wilde nevelpanters drastisch is afgenomen door overbejaging. En door het kappen van de regenwouden waarin de nevelpanter leeft. Daarom heeft de IUCN de nevelpanter geclassificeerd als “Kwetsbaar”.