Kleine mantelmeeuw
Lesser black-backed gull
Larus fuscus

Leeft in kustgebieden.
De kleine mantelmeeuw is een soort meeuw. De kleine mantelmeeuw heeft het woord “mantel” in zijn naam te danken aan het feit dat het lijkt alsof hij een mantel draagt. In werkelijkheid is die mantel geen echte mantel, maar een grote, donkergrijze vlek die zijn rug en een groot deel van zijn vleugels bedekt. Naast de kleine mantelmeeuw zijn er in de wereld nog meer vogelsoorten die een dergelijke grote vlek (en die vlek kan een andere kleur dan donkergrijs hebben) op hun rug en vleugels hebben, en die vlek heet in de biologie bij hen ook een mantel. Verder heeft de kleine mantelmeeuw het woord “kleine” in zijn naam om hem te onderscheiden van de grote mantelmeeuw (Larus marinus), een andere meeuwensoort die dus groter is dan de kleine mantelmeeuw en tegelijkertijd ook een donkergrijze mantel op zijn rug en vleugels heeft. Men kan de kleine mantelmeeuw en de grote mantelmeeuw alleen aan de hand van hun verschil in lichaamsgrootte onderscheiden als zij naast elkaar staan. Toch is er één uiterlijk kenmerk waarin de kleine mantelmeeuw en de grote mantelmeeuw van elkaar verschillen en daardoor van elkaar kunnen worden onderscheiden, ook wanneer men één van die twee soorten ziet zonder ook de andere soort te zien. Dat uiterlijke kenmerk is de kleur van de poten. De kleine mantelmeeuw heeft namelijk gele poten, terwijl de grote mantelmeeuw roze poten heeft.
De kleine mantelmeeuw en alle andere meeuwensoorten worden door mensen die niet weten dat er verschillende soorten meeuwen in plaats van één soort meeuw bestaan, vaak “zeemeeuwen” genoemd. Dat betekent dus dat wanneer zij ergens een meeuw zien (van welke meeuwensoort dan ook), dat zij die meeuw dan een zeemeeuw noemen. In werkelijkheid is de naam “zeemeeuw” voor geen enkele meeuwensoort, niet voor meerdere meeuwensoorten samen en ook niet voor alle meeuwensoorten samen een naam. De reden daarvoor is dat de biologie en alle andere takken van de wetenschap de naam “zeemeeuw” nooit hebben overgenomen en daarom voor geen enkel doeleind gebruiken.
De kleine mantelmeeuw komt voor in Europa (waaronder in Nederland) en West-Afrika. In beide gebieden komt de kleine mantelmeeuw voor in kustgebieden. Er zijn groepen kleine mantelmeeuwen die in een kouder gebied (bijvoorbeeld in Zweden) de zomertijd doorbrengen om zich daar voort te planten en vervolgens aan het begin van het najaar trekken naar warmere gebieden (bijvoorbeeld naar het land Senegal in West-Afrika) om daarin tijdens de wintertijd te overwinteren. Vlak voor het begin van het voorjaar vliegen deze meeuwen weer terug naar hun voortplantingsgebied. Er zijn ook groepen kleine mantelmeeuwen die het hele jaar door in één hetzelfde gebied leven (bijvoorbeeld in Nederland) en dus nooit naar andere gebieden trekken. De kleine mantelmeeuw eet dierlijk voedsel en is daarom een vleeseter. In het wild eet hij vis, slakken, wormen, insecten en eieren.
De kleine mantelmeeuw broedt in kolonies. Ieder koppel kleine mantelmeeuwen maakt haar nest op de grond of op het dak van een huis of een ander gebouw indien er in haar broedgebied een huis/ander gebouw aanwezig is. Indien een koppel mantelmeeuwen haar nest op een dak maakt, dan maakt zij op het dak een cirkelvormig nest van uit de grond losgetrokken gras. Indien een koppel mantelmeeuwen haar nest op de grond maakt, dan kiest het een ondiepe, al aanwezige kuil in de grond uit en maakt in die kuil haar nest door er uit de grond losgetrokken gras in te leggen. Per broedseizoen legt een vrouwelijke mantelmeeuw twee of drie eieren. Nadat de jonge mantelmeeuwen uit hun eieren zijn gekomen, duurt het vier jaar voordat zij precies hetzelfde verenkleed als hun ouders hebben gekregen. Dat betekent dus dat een jonge mantelmeeuw volwassen wordt op de leeftijd van vier jaar.
Lesser black-backed gull
Larus fuscus
Leeft in kustgebieden.